Examentraining
bedrijfseconomie

Dit onderdeel van het examen bedrijfseconomie bestaat uit vier subonderdelen. Het eerste onderdeel is persoonlijke financiële zelfredzaamheid. In de training leer je over de financiële keuzes waar mensen voor komen te staan in hun leven, zoals verzekeren, sparen, lenen en beleggen en de financiële consequenties hiervan. Ook komen de diverse hypotheekvormen aan bod en gaan we in op de verschillende vormen van samenleven en de financiële en wettelijke gevolgen van schenken en erven. De volgende twee subonderdelen gaan over rechtsvormen. In de training leer je wat de belangrijkste kenmerken van de verschillende rechtsvormen, zoals de eenmanszaak, stichting of BV zijn en hoe de aansprakelijkheid en het eigendom bij de verschillende rechtsvormen is geregeld. Daarnaast leer je het proces van de oprichting van een eenmanszaak te beschrijven en in de rol van ondernemer toe te passen en te analyseren. Tot slot leer je de rol en plaats van organisaties in de maatschappij te beschrijven in het laatste subonderdeel van dit domein. 

Het onderdeel investeren en financieren gaat over hoe organisaties en particulieren aan geld kunnen komen. Op je examen moet je kunnen uitleggen hoe de vermogensmarkt werkt en wie de toezichthouders hierop zijn. Daarnaast moet je weten wat effecten zijn, zoals aandelen, obligaties en opties en wat de risico’s ervan zijn. Ook moet je er berekeningen mee kunnen maken. De trainer van VOCUS gaat dit in de training volop met je oefenen. Daarnaast moet je verschillende vormen van lang vreemd vermogen kennen, zoals een onderhandse lening en een obligatielening en de verschillende vormen van kort vreemd vermogen, zoals leverancierskrediet en afnemerskrediet. In de training komen al deze vormen van vreemd vermogen uitgebreid aan bod.

Het domein marketing gaat over de activiteiten die een bedrijf onderneemt om (meer) producten of diensten te verkopen. Bedrijven maken vaak gebruik van de marketingmix om de marketing van hun producten of diensten te bepalen. In de training gaan we dan ook uitgebreid in op de 4 p’s van de marketingmix: product, prijs, plaats en promotie. Je leert per ‘p’ hoe organisaties hier invulling aan kunnen geven, zodat jij voor het examen weet hoe je het marketingbeleid van organisaties kunt beschrijven. Daarnaast leer je in het kader van distributie wat het verschil is tussen een push- en een pullstrategie.

Het domein financieel beleid bestaat uit twee onderdelen, namelijk het vastleggen van financiële en niet-financiële informatie en kosten- en winstvraagstukken. Om een organisatie te kunnen leiden, heb je zowel financiële als niet-financiële informatie nodig. Financiële informatie bestaat uit de kosten en opbrengsten van een organisatie. In de training oefenen we met het opstellen en invullen van de balans, winst- en verliesrekening en liquiditeitsbegroting. Ook leer je rekenen met afschrijvingen. Niet-financiële informatie is alles wat niet direct in omzet of kosten wordt uitgedrukt, zoals klanttevredenheid en marktontwikkelingen. Dit worden ook wel ‘key performance indicators’ (KPI’s) genoemd. Op je examen moet je kunnen beschrijven hoe deze KPI’s impact kunnen hebben op de financiële prestaties van een bedrijf. Het tweede onderdeel gaat over kosten- en winstvraagstukken. Samen met de trainer van VOCUS oefen je met het berekenen van de kostprijs en het vaststellen van de verkoopprijs en maak je berekeningen met omzet, afzet, constante kosten en variabele kosten. Ook btw, het break-evenpunt en winstverdeling komen in de training aan bod. 

Organisaties zijn verplicht hun activiteiten en financiële resultaten vast te leggen. BV’s en NV’s moeten bijvoorbeeld een jaarverslag uitbrengen, met daarin de balans, de winst- en verliesrekening, het bestuursverslag en de controleverklaring van de accountant. Op het examen moet je het verschil tussen interne en externe verslaglegging kunnen uitleggen en de jaarrekening van een organisatie kunnen analyseren en evalueren. De trainer van VOCUS leert je dan ook precies waar de balans en winst- en verliesrekening uit bestaan en hoe je deze zelf kunt opstellen en toelichten. Daarnaast moet je kunnen rekenen met financiële kengetallen, zoals liquiditeits-, solvabiliteits- en rentabiliteitskengetallen. Ook hier besteden we in de training volop aandacht aan, omdat dit zeker terug gaat komen op je examen. 

Dit onderdeel gaat over het personeelsbeleid in organisaties. Organisaties moeten goed voor hun personeel zorgen en duidelijk met hen communiceren. Dit wordt vastgelegd in het personeelsbeleid. De hr-afdeling van een organisatie is hier meestal verantwoordelijk voor. Deze afdeling houdt zich onder andere bezig met het aannemen van medewerkers, ontslag, ontwikkeling van het personeel en arbeidsvoorwaarden. Voor je examen moet je weten welke individuele arbeidsovereenkomsten er zijn en wat het verschil is tussen de overeenkomst van een ZZP’er en een individuele arbeidsovereenkomst en tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst. De trainer van VOCUS gaat dit allemaal uitgebreid met je doornemen. Daarnaast komen het ontslagrecht, de belangen van medewerkers en de rol van de ondernemingsraad en de vakbond in de training aan de orde.